Hoe kunnen web 2.0 toepassingen door de docent worden ingezet
Het is inmiddels bekend dat juiste toepassing van ICT tot betere leeropbrengsten kan leiden dan bij het niet-gebruiken. Het gebruik van ICT in het onderwijs kan dus van grote meerwaarde zijn. Een grote rol hierin spelen de leraar en zijn vaardigheden (Reus & Vlonk, 2012). Een belangrijk gegeven is dat het gebruik van ICT in lessen ook aansluit bij de leefwereld van leerlingen. De leerlingen van tegenwoordig zijn namelijk opgegroeid in een wereld waar het gebruik van ICT niet anders dan normaal is. Wel moet altijd in het achterhoofd gehouden worden dat het gebruik van ICT niet het doel is, maar dat ICT gezien moet worden als een hulpmiddel dat kan worden gebruikt in lessen. Het gebruik van ICT kan op verschillende gebieden worden ingezet. Hieronder zal een beschrijving worden gegeven van vijf gebieden waarin het gebruik van ICT door de leerkracht plaats kan vinden:
Het verplaatsen van leersituaties
Flipping the classroom betekent het omdraaien van de les. Klassikale instructies vinden buiten de les plaats door middel van online video’s of presentaties waarin de voornaamste theorie verwerkt is. In de les komt er zo tijd vrij om aandacht te besteden aan zaken die normaal gesproken vaak als huiswerk worden opgegeven, zoals het maken van opdrachten, werken met digitaal lesmateriaal, samenwerken in groepen en het doen van onderzoek (Pepping, 2011). Voor de leerkracht is er door de vrijgekomen tijd meer tijd over voor het beantwoorden van vragen, geven van individuele aandacht en verdieping. Ook kan flipping the classroom bijdragen aan gedifferentieerd onderwijs en is het voor leerlingen mogelijk om plaats- en tijdonafhankelijk instructies te volgen op eigen tempo. Heeft de leerling de instructie niet goed begrepen dan kan de instructie net zo vaak bekeken worden tot deze begrepen is (Kennisnet, 2012).
Op het platform waar leerlingen de digitale instructies in de vorm van video en presentaties kunnen vinden kan er ook contact plaats vinden tussen de leerkracht en leerlingen. Leerkracht en leerlingen kunnen elkaar helpen bij eventuele vragen en interessante informatie delen door zelf informatie toe te voegen aan het platform.
Om gebruik te kunnen maken van flipping the classroom dient de leerkracht kennis te bezitten van screencast-software om video’s op te kunnen nemen. Deze software is gebruiksvriendelijk en veelal gratis te vinden op het internet. Om een aanvulling te geven op de online gepubliceerde video’s, kan de leerkracht er voor kiezen om een online quiz of vragenlijst te koppelen aan digitale instructies.
Auditieve en visuele ondersteuning voor leerlingen
Web 2.0 toepassingen kunnen ook van waarde zijn voor leerlingen die behoefte hebben aan auditieve ondersteuning. Te denken valt aan leerlingen met dyslexie, leerlingen met een taalachterstand, of leerlingen die voor een bepaalde tijd niet naar school kunnen wegens omstandigheden. Een voorbeeld van een web 2.0 toepassing die hulp kan bieden is een podcast. Met een podcast is het gemakkelijk om een gegeven les of voorgelezen stuk tekst op te nemen, dat later (herhaald) beluisterd kan worden. Ook voor leerlingen zijn er mogelijkheden om te werken met een podcast. Zo kunnen leerlingen een werkstuk presenteren of telefoongesprekken en interviews oefenen in vreemde talen. Om te kunnen werken met een podcast is niet veel meer nodig dan een microfoon en computer met internetverbinding. Het is ook mogelijk om met video’s te werken. Dit wordt geen podcast maar een vodcast genoemd. Het visueel toegevoegde aspect kan ondersteuning bieden aan het auditieve aspect van een opname.
Het aantrekkelijker maken van bestaande lessen
In de school wordt veelal op traditionele wijze les gegeven, waarbij de leerkracht instructie geeft en de leerlingen vervolgens aan het werk worden gezet. Het geven van instructies kan met behulp van web 2.0 toepassingen actiever, leuker en bovendien effectiever. Om te zorgen voor interactie in de klas is het mogelijk om te stemmen in de klas. Door met bijvoorbeeld Socrative een online quiz samen te stellen kunnen leerlingen meestemmen op hun mobiele telefoon, tablet of computer met internetverbinding. Het grote voordeel van deze manier is dat leerlingen kunnen stemmen zonder de keuze direct kenbaar te maken. De leerkracht kan om de mening van leerlingen vragen of toetsen of de instructie is begrepen. Leerlingen worden actiever betrokken bij de les en resultaten kunnen direct worden verkregen.
Het gezamenlijk inventariseren van informatie of ideeën kan gebeuren met behulp van een Wordle of Mindmap. Een ander voorbeeld is het maken van instructiefilmpjes met het programma Screenr. Met Screenr is het mogelijk om de handelingen op de computer en spraak vast te leggen in een video. Deze video kan door leerlingen worden geraadpleegd tijdens het zelfstandig werken.
Het verwerken en leren van stof door leerlingen
Om informatie te verwerken of leerstof te oefenen zijn er tal van mogelijkheden met web 2.0 toepassingen. Creativiteit is één van de belangrijke competenties die zijn opgesteld voor leerlingen. Glogster biedt de mogelijkheid om een interactieve poster te maken waarin allerlei vormen van media verwerkt kunnen worden. De leerstof kan ook verwerkt worden in een weblog of website waarin samengewerkt wordt door leerlingen. Met behulp van de website Zelfkrantmaken kunnen leerlingen zelf een krant samenstellen. Voor het vak geschiedenis kunnen leerlingen Met TimeRime zelf een tijdlijn maken.
Voor het oefenen van de betekenis van woorden bieden de toepassingen Wrts en Audio Lingua de mogelijkheid om woordjes en vertalingen te oefenen waarbij de woordjes worden uitgesproken.
Het analyseren van kernwoorden of samenvatten van een tekst kan door het gebruik van Wordle of Tagxedo, waarbij leerlingen in Tagxedo de woorden in een zelf te kiezen vorm kunnen onderbrengen en de belangrijkste woorden in grotere letters worden weergegeven.
De eigen ontwikkeling van docenten
De samenleving anno 2012 is erop gericht een juiste balans te vinden tussen kennis en denkvaardigheden. Dit is niet altijd even gemakkelijk voor de docent. Om het gemakkelijker te maken is het goed om als docent contact te leggen met andere docenten uit het werkveld op sociale netwerken. Door het uitwisselen en opdoen van nieuwe kennis kan de docent een eigentijdse invulling geven aan het onderwijs (Mijland, 2011).
Dit uitwisselen en opdoen van nieuwe kennis kan met behulp van web 2.0 toepassingen als RSS reader, Twitter, Wiki’s en Dropbox. Deze toepassingen helpen de docent om in contact te komen met allerlei mensen, materialen, ideeën en opvattingen, waarvan de docent kan leren (Rubens, 2011).
Door gebruik te maken van RSS met behulp van bijvoorbeeld Google Reader kan de gebruiker zich abonneren op websites die interessant zijn om te volgen. Dit kunnen bijvoorbeeld websites zijn waar vernieuwende ideeën over het onderwijs worden geplaatst. Op het moment dat er een nieuw artikel beschikbaar is dan zal er automatisch een update worden verstuurd naar de Google Reader. Het voordeel hiervan is dat er niet dagelijks op de website gekeken hoeft te worden en dus een tijdsbesparing oplevert.
Met behulp van Wiki’s kan er eenvoudig samengewerkt worden aan een website. De gebruikers van de website delen dezelfde interesse en kunnen ieder moment en plaats onafhankelijk, nieuwe informatie toevoegen aan de pagina. De website kan publiekelijk gedeeld worden met andere mensen.
Dropbox is een online opslagplaats voor documenten, video’s, afbeeldingen, en geluidsfragmenten. Het voordeel hiervan is dat alle belangrijke bestanden op één locatie zijn te vinden. Deze bestanden kunnen worden gedeeld met andere gebruikers. Zo kan er een online bibliotheek ontstaan met nuttige informatie.
Met behulp van de beschreven voorbeelden kan de docent zich blijven professionaliseren zonder dat het wiel opnieuw uitgevonden hoeft te worden.
- Het verplaatsen van leersituaties;
- Auditieve en visuele ondersteuning voor leerlingen;
- Het aantrekkelijker maken van bestaande lessen;
- Het verwerken en leren van stof door leerlingen;
- De eigen ontwikkeling van docenten.
Het verplaatsen van leersituaties
Flipping the classroom betekent het omdraaien van de les. Klassikale instructies vinden buiten de les plaats door middel van online video’s of presentaties waarin de voornaamste theorie verwerkt is. In de les komt er zo tijd vrij om aandacht te besteden aan zaken die normaal gesproken vaak als huiswerk worden opgegeven, zoals het maken van opdrachten, werken met digitaal lesmateriaal, samenwerken in groepen en het doen van onderzoek (Pepping, 2011). Voor de leerkracht is er door de vrijgekomen tijd meer tijd over voor het beantwoorden van vragen, geven van individuele aandacht en verdieping. Ook kan flipping the classroom bijdragen aan gedifferentieerd onderwijs en is het voor leerlingen mogelijk om plaats- en tijdonafhankelijk instructies te volgen op eigen tempo. Heeft de leerling de instructie niet goed begrepen dan kan de instructie net zo vaak bekeken worden tot deze begrepen is (Kennisnet, 2012).
Op het platform waar leerlingen de digitale instructies in de vorm van video en presentaties kunnen vinden kan er ook contact plaats vinden tussen de leerkracht en leerlingen. Leerkracht en leerlingen kunnen elkaar helpen bij eventuele vragen en interessante informatie delen door zelf informatie toe te voegen aan het platform.
Om gebruik te kunnen maken van flipping the classroom dient de leerkracht kennis te bezitten van screencast-software om video’s op te kunnen nemen. Deze software is gebruiksvriendelijk en veelal gratis te vinden op het internet. Om een aanvulling te geven op de online gepubliceerde video’s, kan de leerkracht er voor kiezen om een online quiz of vragenlijst te koppelen aan digitale instructies.
Auditieve en visuele ondersteuning voor leerlingen
Web 2.0 toepassingen kunnen ook van waarde zijn voor leerlingen die behoefte hebben aan auditieve ondersteuning. Te denken valt aan leerlingen met dyslexie, leerlingen met een taalachterstand, of leerlingen die voor een bepaalde tijd niet naar school kunnen wegens omstandigheden. Een voorbeeld van een web 2.0 toepassing die hulp kan bieden is een podcast. Met een podcast is het gemakkelijk om een gegeven les of voorgelezen stuk tekst op te nemen, dat later (herhaald) beluisterd kan worden. Ook voor leerlingen zijn er mogelijkheden om te werken met een podcast. Zo kunnen leerlingen een werkstuk presenteren of telefoongesprekken en interviews oefenen in vreemde talen. Om te kunnen werken met een podcast is niet veel meer nodig dan een microfoon en computer met internetverbinding. Het is ook mogelijk om met video’s te werken. Dit wordt geen podcast maar een vodcast genoemd. Het visueel toegevoegde aspect kan ondersteuning bieden aan het auditieve aspect van een opname.
Het aantrekkelijker maken van bestaande lessen
In de school wordt veelal op traditionele wijze les gegeven, waarbij de leerkracht instructie geeft en de leerlingen vervolgens aan het werk worden gezet. Het geven van instructies kan met behulp van web 2.0 toepassingen actiever, leuker en bovendien effectiever. Om te zorgen voor interactie in de klas is het mogelijk om te stemmen in de klas. Door met bijvoorbeeld Socrative een online quiz samen te stellen kunnen leerlingen meestemmen op hun mobiele telefoon, tablet of computer met internetverbinding. Het grote voordeel van deze manier is dat leerlingen kunnen stemmen zonder de keuze direct kenbaar te maken. De leerkracht kan om de mening van leerlingen vragen of toetsen of de instructie is begrepen. Leerlingen worden actiever betrokken bij de les en resultaten kunnen direct worden verkregen.
Het gezamenlijk inventariseren van informatie of ideeën kan gebeuren met behulp van een Wordle of Mindmap. Een ander voorbeeld is het maken van instructiefilmpjes met het programma Screenr. Met Screenr is het mogelijk om de handelingen op de computer en spraak vast te leggen in een video. Deze video kan door leerlingen worden geraadpleegd tijdens het zelfstandig werken.
Het verwerken en leren van stof door leerlingen
Om informatie te verwerken of leerstof te oefenen zijn er tal van mogelijkheden met web 2.0 toepassingen. Creativiteit is één van de belangrijke competenties die zijn opgesteld voor leerlingen. Glogster biedt de mogelijkheid om een interactieve poster te maken waarin allerlei vormen van media verwerkt kunnen worden. De leerstof kan ook verwerkt worden in een weblog of website waarin samengewerkt wordt door leerlingen. Met behulp van de website Zelfkrantmaken kunnen leerlingen zelf een krant samenstellen. Voor het vak geschiedenis kunnen leerlingen Met TimeRime zelf een tijdlijn maken.
Voor het oefenen van de betekenis van woorden bieden de toepassingen Wrts en Audio Lingua de mogelijkheid om woordjes en vertalingen te oefenen waarbij de woordjes worden uitgesproken.
Het analyseren van kernwoorden of samenvatten van een tekst kan door het gebruik van Wordle of Tagxedo, waarbij leerlingen in Tagxedo de woorden in een zelf te kiezen vorm kunnen onderbrengen en de belangrijkste woorden in grotere letters worden weergegeven.
De eigen ontwikkeling van docenten
De samenleving anno 2012 is erop gericht een juiste balans te vinden tussen kennis en denkvaardigheden. Dit is niet altijd even gemakkelijk voor de docent. Om het gemakkelijker te maken is het goed om als docent contact te leggen met andere docenten uit het werkveld op sociale netwerken. Door het uitwisselen en opdoen van nieuwe kennis kan de docent een eigentijdse invulling geven aan het onderwijs (Mijland, 2011).
Dit uitwisselen en opdoen van nieuwe kennis kan met behulp van web 2.0 toepassingen als RSS reader, Twitter, Wiki’s en Dropbox. Deze toepassingen helpen de docent om in contact te komen met allerlei mensen, materialen, ideeën en opvattingen, waarvan de docent kan leren (Rubens, 2011).
Door gebruik te maken van RSS met behulp van bijvoorbeeld Google Reader kan de gebruiker zich abonneren op websites die interessant zijn om te volgen. Dit kunnen bijvoorbeeld websites zijn waar vernieuwende ideeën over het onderwijs worden geplaatst. Op het moment dat er een nieuw artikel beschikbaar is dan zal er automatisch een update worden verstuurd naar de Google Reader. Het voordeel hiervan is dat er niet dagelijks op de website gekeken hoeft te worden en dus een tijdsbesparing oplevert.
Met behulp van Wiki’s kan er eenvoudig samengewerkt worden aan een website. De gebruikers van de website delen dezelfde interesse en kunnen ieder moment en plaats onafhankelijk, nieuwe informatie toevoegen aan de pagina. De website kan publiekelijk gedeeld worden met andere mensen.
Dropbox is een online opslagplaats voor documenten, video’s, afbeeldingen, en geluidsfragmenten. Het voordeel hiervan is dat alle belangrijke bestanden op één locatie zijn te vinden. Deze bestanden kunnen worden gedeeld met andere gebruikers. Zo kan er een online bibliotheek ontstaan met nuttige informatie.
Met behulp van de beschreven voorbeelden kan de docent zich blijven professionaliseren zonder dat het wiel opnieuw uitgevonden hoeft te worden.